Ger Vlok Nel is weer in Nederland. Op 7 mei 2023 komt hij voor de tweede keer in deze toernee naar het Beauforthuis, omdat de belangstelling voor de Zuid-Afrikaanse dichter/zanger overweldigend groot is. Interviews geeft hij liever niet, maar voor BEAUFORTPOST maakte hij een uitzondering. “Ik kom hier graag. Het publiek is goedhartig.”
door Machiel Coehorst
Het is alweer enige tijd geleden dat er twee mooie albums van hem verschenen: Beaufort-wes se beautiful woorde (2006) en Onherroeplik (2012). Tegelijk met het eerste album verscheen er een fraaie documentaire over zijn roots, getiteld Beautiful in Beaufort-Wes. Met zijn melancholieke, kalm meanderende liedjes, poëtische teksten in het Zuid-Afrikaans en zijn onnadrukkelijke, zachte stemgeluid verkreeg Gert Vlok Nel in Nederland een flinke schare bewonderaars. Sindsdien komt hij op onregelmatige basis naar ons land voor een aantal optredens.
Ik spreek met Gert Vlok Nel op een stenen bankje, net buiten concertzaal Willem Twee in Den Bosch, waar hij vanavond zal optreden.
Dat we het interview in de buitenlucht doen, met veel afleidende straatgeluiden tot gevolg, is zijn uitdrukkelijke wens. Al snel blijkt waarom: de zanger draait het ene na het andere shagje. “Hij is geen prater,” zegt manager Chris Grobler tijdens de kennismaking. Wat volgt is een gesprek, waarin Gert Vlok Nel mij het ene moment bulderend van de lach op de schouders slaat, en een volgend moment kortaf , en nogal korzelig reageert met: ‘Daar geef ik geen antwoord op.’
Waarom besloot je weer eens naar Nederland te komen voor een aantal optredens?
“In 2018 trad ik hier voor het laatst op. Bij de vorige drie keer dat ik naar Nederland kwam, dacht ik steeds dat het de laatste keer zou zijn. Dit jaar is mijn zoon Woutertje 16 jaar geworden en dat leek me een mooie gelegenheid om hem Nederland te laten zien. Mijn broer Elias is ook meegekomen. Ze vinden het hier geweldig!”
Je bent hier populairder dan in je eigen land. Wat is je connectie met Nederland?
“Ik hou erg van Nederland. Mensen hebben hier veel respect voor mij, meer dan in Zuid-Afrika. Daar ben ik toch een soort cultfiguur. Het publiek in Nederland is stil, goed gemanierd en goedhartig. Waarom ik hier populairder ben dan in mijn eigen land? Dat weet ik niet. Misschien dat de exotische taal in mijn liedjes een rol speelt ja. Er hebben wel meer Zuid-Afrikaanse muzikanten in Nederland opgetreden, maar met veel minder succes. Wat ook een rol kan spelen, is dat ik bij optredens de vertalingen van mijn teksten altijd op een scherm projecteer. Dat waarderen de mensen.”
Met het Beauforthuis heb je een heel speciale band …
“Ja, het is mijn favoriete podium in Nederland. Ik heb er vier keer gespeeld. Het zit altijd vol en ik krijg telkens een staande ovatie. En ik hou erg van Lidwien, schrijf dat ook maar op. Dat de concertzaal dezelfde naam heeft als het stadje waar ik vandaan kom, is mooi natuurlijk. Toen ik mijn vader lang geleden vertelde dat ik in het Beauforthuis zou gaan optreden, zei hij: ‘Gertje, ik zie de hand van de Heer hierin.’ Mijn vader was erg gelovig. Hij las veel in de Nederlandse bijbel en daarom was zijn Nederlands beter dan dat van mij.”
Dat blijkt ook uit de docu Beautiful in Beaufort-Wes uit 2006, waarmee je in Nederland bekend werd.
“Al vaker was ik gevraagd voor een documentaire, maar steeds had ik ‘nee’ gezegd. De regisseur, Walter Stokman, stuurde me een handgeschreven brief. Hij had er dus veel moeite voor gedaan. Toen besloot ik voor een keer wel mee te werken, maar alleen op de voorwaarde dat ik slechts één gedicht zou voorlezen en één liedje zou zingen. Verder hoor of zie je mij nauwelijks in de documentaire. Mijn vader is veel meer aan het woord.”
Waarom vermijd je zoveel mogelijk de publiciteit?
“Ik overleef al 25 jaar zonder promotie, dus waarom zou ik interviews geven? Toen ik bekend werd in Zuid-Afrika, heb ik daar zo’n vijf interviews gedaan voor magazines en kranten. En in Amsterdam heb ik na het verschijnen van mijn eerste album een hele dag interviews gegeven, alleen omdat de platenmaatschappij dat wilde. Tien interviews achter elkaar van twintig minuten. Toen had ik er genoeg van en ben ik ermee gestopt. Wel werd ik er later nog vaak voor gevraagd, zowel in Zuid-Afrika als in Nederland, maar al die verzoeken heb ik vriendelijk afgewimpeld. Dit interview doe ik wel omdat ik Beauforthuis een warm hart toedraag.”
Je laatste album dateert alweer van 2012. Schrijf je wel nog liedjes?
“Misschien komt er nog eens iets van mij uit, wie weet. Sinds mijn tweede album heb ik alleen optredens gedaan. Nieuwe liedjes heb ik niet meer geschreven. Waarom niet? Daar kan ik geen
antwoord op geven. Ik wil er niet over praten verder.”
In Nederland verscheen er in 2007 een veelgeprezen dichtbundel van jouw hand. Schrijf je wel nog poëzie?
“Daar wil ik ook niet op antwoorden. Met alles wat ik hierover zeg begeef ik me in deep water. Ik praat nooit over mijn werk of over mijn teksten. In Zuid-Afrika vroegen ze me vaak waar mijn beroemde song ‘Beautiful in Beaufort’ over gaat. Daar heb ik ook nooit op geantwoord. Wat ik wel kan zeggen, is dat mijn liedjes en mijn gedichten twee verschillende werelden zijn. Mensen vinden de teksten van mijn liedjes poëtisch, maar ik weet het niet. Ik hou niet van getoonzette gedichten. Als ik een liedje op de radio hoor, weet ik meteen of het is geschreven voor een liedje of voor een gedicht.”
Treed je nog vaak op in je thuisland?
“Ja, vooral op rockfestivals en in kleine cafés. Vier maanden geleden heb ik vanwege covid voor het eerst sinds vier jaar weer een concert gegeven. Tot mijn verrassing zaten er in Pretoria honderden mensen in het publiek. In mijn land is vooral commerciële muziek populair. Je hebt er ook wel muzikanten zoals ik, maar niet veel.”
Is je thuisland een inspiratie voor je teksten en gedichten?
“Daar kan ik een kort antwoord op geven: nee. Het is er gewelddadig en corrupt, Zuid-Afrika is een hard land. Ook op de plek waar ik woon ja, in Beaufort-Wes. Ik voel me er nooit veilig en kijk altijd om me heen of er geen gevaar is. Zuid-Afrika is een van de meest gewelddadige landen ter wereld. Als vrouw kun je in het donker nergens veilig over straat. Nee, een pistool heb ik nog niet, goede vraag van jou! (bulderende lach).”
Verhuizen is geen optie voor jou?
“Nee, ik overleef het wel en heb ook geen geld om bijvoorbeeld in Pretoria te gaan wonen. Ik ben best arm. Ja, verhuizen naar Nederland zou mooi zijn, maar dat kan ik ook niet betalen. En ik geloof niet dat mensen in Nederland elke week naar een optreden zouden komen kijken. Om de paar jaar, dan komen ze wel. Waar ik zou willen wonen in Nederland? In Nijmegen, de mooiste stad wat mij betreft.”
Daar schreef je ook een liedje over: Nijmegen deur my trane …
“Ja, aan de Waalkade in Nijmegen heb ik in 2007 twee maanden gewoond met een Zuid-Afrikaanse vrouw. Dat was de gelukkigste periode uit mijn leven. Daar is een einde aan gekomen ja … ‘Nijmegen door mijn tranen’.”
Is het altijd je droom geweest om muzikant te worden?
“Nee, mijn eerste gedicht schreef ik pas toen ik 25 jaar was en mijn eerste liedje maakte ik rond mijn dertigste. Als tiener wilde ik straatschilder worden in Parijs. In boeken uit de bibliotheek had ik foto’s gezien van mensen die in Parijs op straat aan het schilderen waren. Dat wilde ik ook! Beroemd hoefde ik er niet mee te worden, maar het leek mij het mooiste dat er was.”